Tentoonstelling 75 jaar Bevrijding in Dorpshuis het Centrum te Venhuizen op zaterdag 16 en zondag 17 oktober 2021.
In het weekend van 16 en 17 oktober 2021 heeft in Dorpshuis het Centrum te Venhuizen een door de historische vereniging Suyder Cogge georganiseerde tentoonstelling plaats gevonden over 75 jaar Bevrijding Nederland. Vanwege de corona was deze tentoonstelling meer dan een jaar uitgesteld.
Op zo’n 30 verschillende informatieborden was te zien en te lezen hoe de jaren van de oorlog verliepen, hoe het verzet te werk was gegaan in de jaren 1944 en 1945 en waar en hoe men onderduikers onderbracht.
De voor genodigden op vrijdagmiddag geopende tentoonstelling was zondermeer zeer indrukwekkend en interessant, vooral voor familie van oud-verzetsstrijders die bij de opening aanwezig waren.
Met diverse spullen uit de oorlog, zoals een parachute welke was neergekomen bij droppingsveld La Loe, een Canadese Harley uit 1943, de wrakstukken van het vliegtuig dat neergekomen was bij de Zuiderdijk, een veldtelefoon en een seinlamp, een trouwjurk en een kinderjurkje van parachutestof en vele boeken die men kon inzien, werd de situatie van de oorlogsjaren naar voren gebracht.
Zaterdag was door een medewerker van het Oorlogsmuseum te Medemblik een legertruck uit de Tweede Wereldoorlog bij het dorpshuis buiten aan de weg gezet. Getooid met rood-wit-blauwe vlaggen was de truck voor menig voorbijganger een opvallend gebeuren.
Binnen was het gezellig, veel mensen ontmoetten elkaar na een lange corona-tijd en men sprak van een prachtige tentoonstelling.
De herinnering aan de oorlog en de bevrijding was goed in beeld gebracht. De film van Peter Sasburg uit 2013, die gemaakt is op initiatief van de gemeente Drechterland en waarin gesprekken met betrokkenen van het oorlogsverzet zijn opgenomen, werd goed bekeken en menigeen was ontroerd door de verhalen.
Rond de 350 mensen hebben de tentoonstelling bezocht. Zowel ouderen als kinderen bekeken de borden, de bewaarde spullen en niet te vergeten de “echte” Canadese Harley, die spontaan binnen was gezet door Robin Dobbelaar.
Met veel respect werd gesproken over de verzetsmensen uit het dorp en natuurlijk werden door veel mensen herinneringen opgehaald.
Alle waardering gaat uit naar de medewerkers van deze tentoonstelling; als eerste de werkgroep, bestaande uit Jan Smit (Westfries Genootschap), Martin Menger, Ton Heijboer, Arnoud Schaake, Nico Mulder en onze secretaris Fons Meester. Bovendien danken wij het Oorlogsmuseum uit Medemblik, Ruud Smit uit Enkhuizen, Robin Dobbelaar, Rina Boon voor hun inbreng en medewerking.
Dank ook aan de mensen van Dorpshuis het Centrum en natuurlijk aan onze eigen vrijwilligers, voor het opzetten van de tentoonstelling. Het was een zeer geslaagd weekend.
Lia Groot-Tol,
voorzitter hist. ver. Suyder Cogge
Enkele gesprekken tijdens de tentoonstelling:
“ik heb bij een Duitser op schoot gezeten. Het was gewoon een leuke man, vond ik”
“Mijn moeder woonde nog niet zo lang in De Hout. Er waren thuis onderduikers aanwezig, maar toen verzetsman Dick Laan extra brood-bonnen kwam brengen, zei mijn moeder dat ze van niks wist, ze had helemaal geen extra broodbonnen nodig. Zij kende namelijk Dick Laan niet en wist ook niet dat hij in het verzet zat. Zij vond dat niemand mocht weten wat er in huis was, dat was voor iedereen het veiligst.”
“Ik heb nog een brief die mijn vader tussen zijn stukken bewaard heeft, maar ik weet eigenlijk niet van wie hij die brief gekregen heeft en waarom. Het is ondertekend met H.N.Schipper, Zomerdijk, Spanbroek.”
In het prachtige boek “Droppingsroute Westfriesland” dat op een van de tafels in het dorpshuis lag, wordt het verzetswerk van diezelfde H.N.Schipper beschreven. En ook de droppingen bij Sally en Laloe. In de lang bewaard gebleven brief uit 1946 bedankte Schipper de man voor zijn gevaarlijk en integer verzetswerk. De brief werd “stil” bewaard, nooit heeft de man zijn kinderen verteld over zijn verzetswerk en de angstige tijden.
“wat mooi dat er zoveel aandacht is voor die mensen uit ons dorp. Dat mocht ook wel eens”
“Die Dick Kooijman, die na de overval op het distributiekantoor zogenaamd “verdwenen” was, zat bij ons ondergedoken op de meelzolder”